Iedereen vindt Max schattig, maar hij wil een dapper, stoer katje zijn, één die op muizen jaagt. Max weet echter niet hoe een muis eruit ziet en gaat dus op zoek. Hij komt allerlei dieren tegen, maar iedereen zegt dat ze de muis net weg zagen lopen. Als Max dan een muis tegenkomt, beweert deze dat hij een monster is en de muis net ergens zag slapen. Als Max ‘de muis’ vindt is deze angstaanjagend en besluit Max om voortaan maar op ‘monsters’ te gaan jagen. Zeer geslaagd boek in handzaam formaat in de serie ‘Tijgerlezen’* voor beginnende lezers. Het verhaal is heel goed opgebouwd en werkt naar een verrassend slot toe, waarbij de omkering tussen muis en monster erg humoristisch is. Op de paginagrote illustraties zijn de dieren, met de schaduw die zij hebben, afgebeeld tegen een achtergrond in één kleur. Bij de vogels klimt Max in een boom en op de volgende illustratie zien we de vogels op de grond (Max weet niet dat vogels bang zijn voor katten). Bij de olifant wordt ook duidelijk dat deze bang is voor een muis. Een bijzonder leuk boekje voor beginnende lezers, zoals je zou willen dat er meer zijn. Voorlezen vanaf ca. 4 jaar, zelf lezen vanaf ca. 7 jaar.